De oeverzwaluw(Riparia riparia) is een zangvogel uit de familie van de zwaluwen (Hirundinidae). Hij behoort tot de meest wijdverspreide zwaluwsoorten en is te vinden in waterrijke gebieden, waar hij zich voedt met kleine insecten en broedt in zelf gegraven tunnels in rivieroevers.
Veldkenmerken: Een volwassen oeverzwaluw heeft een gemiddelde lichaamslengte van twaalf centimeter en is daarmee relatief klein in vergelijking tot de meeste zwaluwen. De korte, lichtgevorkte staart en de bovenzijde is dof grijsbruin en de onder- of buikzijde is vrijwel wit. De oeverzwaluw heeft een bruine borstband, een relatief kleine zwarte snavel en donkerbruine poten. Een juveniel van een oeverzwaluw is te herkennen aan de rossige vlekken op de staartveren.

De vlucht van de oeverzwaluw is snel en schokkerig, waarmee hij zich onderscheidt van andere gelijksoortige zwaluwen, zoals de meeste andere zwaluwen van het geslacht Riparia, de huiszwaluw (Delichon urbicum) en de Amerikaanse klifzwaluw (Petrochelidon pyrrhonota). De oeverzwaluw lijkt verder sterk op de witbrauwzwaluw (R. cincta), maar hun verspreidingsgebieden overlappen elkaar alleen ’s winters in Sub-Saharisch Afrika.

De oeverzwaluw laat een kwetterend en zoemend lied horen dat tijdens de vlucht continu doorgaat. Wanneer de oeverzwaluw is neergestreken daalt het volume en zijn er meer pauzes in de zang. Wanneer een roofvogel of een andere natuurlijke vijand nadert laat de oeverzwaluw luide alarmkreten

Meer informatie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Oeverzwaluw