De Bladkoning (Phylloscopus inornatus) is een kleine zangvogel uit de familie Phylloscopidae. De soort is een lange-afstandstrekker die broedt in de Siberische taiga van de Voor-Oeral in het westen tot aan het Tsjoektsjenschiereiland en de Zee van Ochotsk in het oosten. De overwinteringsgebieden liggen in de tropische en subtropische gebieden van Azië.[3] Ondanks dat het overwinteringsgebied zich in het zuiden van Azië bevindt, duiken er elk jaar bladkoningen op in de landen rondom de Noordzee en Oostzee. Wordt in Nederland als een zeldzame, maar regelmatige gast gezien. In het najaar worden er jaarlijks tientallen meldingen van bladkoningen in Nederland gedaan, waarvan de meeste langs de Noordzeekust of de Waddeneilanden.
Kenmerken:
De bladkoning wordt tussen de 9 en 10,5 cm lang en zit daarmee qua grootte tussen het goudhaantje (Regulus regulus) en de tjiftjaf (Phylloscopus collybita) in. Hij heeft een mosgroene bovenzijde, een donkere oogstreep en een opvallende, lichtgele wenkbrauwstreep. Heeft ook twee brede, lichtgele vleugelstrepen. De stuit, buik, borst en keel zijn witachtig. Heeft geen gele stuit en ook geen gele kruinstreep, wat de soort van de gelijkende Pallas’ boszanger (Phylloscopus proregulus) onderscheidt. De bladkoning lijkt nog sterker op de Humes Bladkoning (Phylloscopus humei) en hun verspreidingsgebieden overlappen in het uiterste zuidoosten van zijn broedgebied. Ze zijn in het veld moeilijk te onderscheiden op basis van het verenkleed en kunnen het best aan de hand van het geluid uit elkaar gehouden worden. De bovenzijde van de Humes bladkoning is iets doffer en hij heeft een wat donkerdere snavel.
De bladkoning bidt soms even in de lucht om insecten te vangen.
Verspreiding:
Het broedgebied strekt zich uit van de Voor-Oeral tot aan het Tsjoektsjenschiereiland en de Zee van Ochotsk. Komt in het Europese deel van zijn verspreidingsgebied voor tot aan de bovenloop van de rivier Petsjora. In Europa is het aantal broedparen laag, maar ten oosten van de Oeral is hij vrij algemeen. Het overgrote deel van het verspreidingsgebied bevindt zich in Rusland, maar broedt ook in het Hentigebergte in het noorden van Mongolië. De dichtheid aan bladkoningen is hier echter lager dan in de Siberische taigabossen. De zuidgrens van het verspreidingsgebied is over het algemeen dunbevolkt.
De laatste 2 foto’s zijn van Humes Bladkoning.