De Kleine Zilverreiger (Egretta garzetta) is een witte vogel uit de familie der reigers. Het is in Nederland en Vlaanderen een broedvogel in zeer klein, maar toenemend aantal.
Uiterlijke kenmerken:
De kleine zilverreiger zit qua formaat in tussen de kwak en de ralreiger. De vogel heeft zwarte poten met gele tenen en een lange witte kuif (in de zomer). De kleine zilverreiger is 55-65 cm lang en heeft een spanwijdte van 88 tot 106 cm. Hij lijkt erg op de grote zilverreiger, maar die is gemiddeld 30 cm langer (90 cm, spanwijdte 150 cm, zo groot als een blauwe reiger), heeft zwarte tenen en in de zomer is de snavel van de grote zilverreiger geel.
Leefwijze:
Het voedsel bestaat uit vissen, insecten, weekdieren en kikkers.
Verspreiding en leefgebied:
De kleine zilverreiger heeft een zeer groot verspreidingsgebied. De IOC World Bird List onderscheidt hierbinnen twee ondersoorten.
E. g. garzetta (Van Europa tot in Japan en verder Afrika tot Zuid-Afrika, India en de Filipijnen)
E. g. nigripes (Grote Soenda-eilanden tot in Austraslië en Nieuw-Zeeland).
Het is een vogel van draslanden zoals lagunes, meren, plassen en rivieren. De vogel broedt in dicht moerasbos, vaak in gezelschap van andere reigers en andere watervogels. Net zoals de in Nederland veel geziene reiger, komt de kleine zilverreiger in een land als Japan veel voor in stedelijk gebied. De vogel is ook weinig schuw.
Voorkomen in Nederland en Vlaanderen:
Volgens bronnen uit de 14de eeuw zou de kleine zilverreiger toen in Nederland voorkomen. In de 20ste eeuw was het tot 1980 een uiterst zeldzame vogel. Het eerste broedgeval was in 1979 in de Oostvaardersplassen. Een tweede broedpoging was in 1994 op Voorne. Daarna nam het aantal broedvogels snel toe. Volgens SOVON waren er in 2007 ca. 130 broedvogels op 14 verschillende locaties. Verder is de zilverreiger een doortrekker in zeer klein aantal en in nog kleiner aantal overwinteraar, vooral in Zeeland en de rest van het Deltagebied.
Omdat het aantal broedvogels nog steeds betrekkelijk klein is, is de kleine zilverreiger in 2004 als gevoelig op de Nederlandse rode lijst gezet. De soort staat ook op de Vlaamse rode lijst, maar dan als zeldzaam. Verder valt hij onder het AEWA-verdrag.