De Heggenmus (Prunella modularis) is een zangvogel uit de familie van heggenmussen (Prunellidae).
Kenmerken:
Ze worden 14 centimeter groot[2], ongeveer even groot als de huismus, maar onderscheiden zich door grijs op de kop. Deze vogel heeft duidelijke, donkerbruine strepen op de zijkant, roodbruine poten. Heggenmussen worden zelden of nooit in groepjes gezien. Het mannetje en het vrouwtje dragen hetzelfde verenkleed. Hij heeft een hoge, heldere, vrij stereotiepe zang. Minder vaak te horen in de zomer. Heeft zogenaamde ‘liefdes-fluisterzang’ in aanwezigheid van vrouwtje, maar laat ook een soortgelijke gedempte zang in het najaar horen. De fluisterzang is ook bekend bij de merel.
Leefwijze:
Ze verplaatsen zich op een eigen manier: laag bij de grond onder struiken en heggen, op paadjes en zelfs in lanen van parken op zoek naar voedsel. De heggenmus is een insecteneter wat te zien is aan zijn scherpe snavel.
Voortplanting:
Het legsel bestaat uit 3 tot 6 blauwachtige eieren, die 2 weken lang worden bebroed. Twee weken later verlaten de jongen het nest.Wanneer een dominant mannetje met meerdere vrouwtjes paart, is er een ondergeschikt mannetje in de buurt. Als het deze lukt om ook te paren, dan helpt hij bij het voeren van de jongen.
Verspreiding:
De heggenmussen in Noord–Europa trekken in de winter naar het zuiden en westen. In Nederland en België komen heggenmussen het gehele jaar voor.