Fazant: Phasianus colchicus
Het mannetje is veel opvallender dan het vrouwtje. Volwassen mannetjes hebben een kastanjekleurig verenkleed met goud-bruine, zwarte en lichtblauwe markeringen. De haan heeft ook een lange, goud-bruine staart met zwarte strepen. De onderrug varieert van kastanje-, tot licht blauw- en paarskleurig en de buik is goud-kastanje kleurig met donkere vlekken. De dekveren zijn donker kastanjekleurig. Hoofd en nek zijn donkergroen met iriserend donkerblauw. Een groen-grijs glanzend stukje dekt de bovenkant van het hoofd en loopt toe naar een punt in de nek, de hals wordt omringd door een witte band. Op de kop zitten rode lellen en groen getipte “oren”. De sterke snavel is witachtig, de ogen zijn goudkleurige en de poten zijn donkergrijs. Vrouwtjes hebben een bruin verenkleed dat camouflage biedt.
Voorkomen: De fazant komt veel voor. Een zeer voorlopige schatting van het aantal fazanten wereldwijd is: 45 miljoen tot 300 miljoen exemplaren, waarvan tussen de 5% en 24% in Europa leeft. Fazanten zijn in Europa zeer algemeen. Alleen in Portugal en Noorwegen komen ze niet voor.