De Dwergstern (Sternula albifrons) is een zeevogel uit de familie van de meeuwen (Laridae) en de geslachtengroep sterns (Sternini).
Verwantschap:
Vroeger had de dwergstern de geslachtsnaam Sterna, deze naam is nu gereserveerd voor de grote, witte sterns. Verder werden vroeger nog twee ondersoorten onderscheiden, de Amerikaanse dwergstern en Saunders’ dwergstern. Dit zijn nu twee aparte soorten: Sternula antillarum en S. saundersi.
Kenmerken:
Het is een kleine stern, 21-25 cm lang en een spanwijdte van 41-47 cm. Hij heeft een zwarte kopkap, maar het voorhoofd is wit. De poten zijn geel en de snavel ook, maar met een zwarte punt. De staart is kort.
Leefwijze:
Zijn voedsel van deze in troepjes levende vogel bestaat uit vis, garnalen, wormen, insecten en schelpdieren. Daarvoor duikt hij vanaf grote hoogte in het water.
Voortplanting:
Een legsel bestaat uit 2 zandkleurig tot geelbruine eieren, die donkerbruin gevlekt zijn. Beide partners bebroeden de eieren.
Verspreiding:
De dwergstern komt voor aan de kusten en grote binnenwateren in Europa en tropisch en gematigde gebieden in Azië, Afrika en Australië. Het is een uitgesproken trekvogel die overwintert in subtropische en tropische oceanen in het zuiden van Afrika en Australië.
De vogel broedt op verlaten zandstranden en droogvallende platen in kustgebieden of in grote rivieren en andere binnenwateren in Groot-Brittannië en Ierland, langs de Noord- en Oostzeekusten, in Noord-Rusland en het Middellandse Zeegebied. Meer info klik hier: