De Bruine Klauwier (Lanius cristatus) is een zangvogel die in een groot deel van Azië broedt en overwintert in het oriëntaals gebied. Deze soort is zeer nauw verwant aan de grauwe klauwier (L. collurio) en de Daurische klauwier (L. isabellinus) en werden vroeger wel als ondersoorten van elkaar beschouwd.
Kenmerken:
De bruine klauwier is gemiddeld 20 cm lang. De vogel is overwegend bruin van boven en hij heeft een afgeronde staart. De vogel heeft een zwart “masker” rond het oog en daarboven een lichte wenkbrauwstreep. De buik en borst zijn roomkleurig, maar de flanken toe meer roodbruin. Het vrouwtje is valer gekleurd en heeft een op visschubben gelijkend verenkleed op de borst en het masker is donkerbruin in plaats van zwart.
Verspreiding en leefgebied:
Er zijn drie ondersoorten van de bruine klauwier. De nominaat broedt in het noorden van Azië van Mongolië tot in Siberië en overwintert op het schiereiland Malakka en is ’s winters algemeen in vooral het noordwesten van Borneo. De ondersoort L. c. confusus komt in praktisch hetzelfde gebied voor. De ondersoort L. c. superciliosus broedt op Sachalin, de Koerilen en Japan en overwintert op Hainan, Sumatra, Java en de Kleine Soenda-eilanden. L. c. lucionensis broedt in Korea en Oost-China en overwintert voornamelijk op Taiwan, de Filipijnen, Grote Soenda-eilanden maar ook op de Andamaneilanden en in India.