De kuifmees (Lophophanes cristatus, vroeger Parus cristatus) is een zangvogel uit de familie van echte mezen (Paridae).
Kenmerken: De kuifmees is 10,5 tot 12 cm lang, even lang als de pimpelmeesHij heeft een opvallende kuif die fijn zwart-wit getekend is en een zwart-witte tekening op het gezicht. De kuif kan plat over de kruin gelegd worden. Het verenkleed is aan de bovenzijde grijsbruin en de onderzijde is vuilwit en wat geelachtig aan de flanken. De voorkop is wit met een gebogen zwarte oogstreep. Verder heeft het dier een zwarte halsband, een donkere snavel en donkerbruine poten.
Voortplanting: Het nest wordt gebouwd in een holte. Het legsel bestaat uit vijf tot acht witte eieren met vrij grote, kastanjebruine vlekken, die alleen door het wijfje worden bebroed. Er wordt tweemaal per jaar gebroed.
Verspreiding en leefgebied: De kuifmees komt in het overgrote deel van Europa het hele jaar voor, waaronder in Nederland en België. Uitzonderingen zijn het Verenigd KoninkrijkIerland en IJsland. De kuifmees heeft een eigen Belgische postzegel ter waarde van 1 BEF.

De soort telt 7 ondersoorten:

De kuifmees is een talrijke broedvogel die voornamelijk in naaldbossen broedt, soms ook in groepen naaldbomen, die tussen loofbomen en in parken staan. In tegenstelling tot de koolmees en pimpelmees is de kuifmees zelden in tuinen te zien, alleen als er naaldbomen in de omgeving aanwezig zijn.
Levenswijze: Zijn voedsel bestaat in de zomer uit insecten, insectenlarven, spinnen en andere kleine diertjes. In het najaar en de winter eet hij vooral zaden van naaldbomen. De kuifmees nestelt in zelfgemaakte holen in vermolmd of heel zacht hout.