De Oosterse tortel (Streptopelia orientalis) is een vogel behorend tot de duiven. De vogel maakt deel uit van het genus Streptopelia.

Kenmerken:
Het verenkleed bestaat uit een kastanjebruine bovenzijde en een grijswitte onderzijde met een oranjeroze borst.

Voortplanting:
De oosterse tortel maakt zijn nest in een boom en legt hierin twee witte eieren.

Verspreiding en leefgebied:
Er zijn twee ondersoorten van de oosterse tortel bekend de S. o. orientalis, die voorkomt in de Siberische taiga en de S. o. meena, die voorkomt in open gebieden met wat bos in Centraal-Azië. De oosterse tortels die leven in het uiterste zuiden van het verspreidingsgebied zijn standvogels, de overige vogels trekken ’s winters naar PakistanIndiaZuidoost-Azië en het zuiden van Japan.

De soort telt 6 ondersoorten:

  • S. o. meena: van zuidwestelijk Siberië tot Iran en de Himalaya.
  • S. o. orientalis: van centraal Siberië tot Japan, China en de Himalaya.
  • S. o. stimpsoniRiukiu-eilanden (Japan).
  • S. o. oriiTaiwan.
  • S. o. erythrocephala: zuidelijk India.
  • S. o. agricola: van noordoostelijk India tot Myanmar en het zuidelijke deel van Centraal-China.

Dwaalgast:
De oosterse tortel is een zeldzame dwaalgast in West-Europa. Er is een waarneming uit Nederland bekend van 1 januari 2010 tot 28 februari 2010 was er een Streptopelia orientalis meena ter plaatse in het Friese dorp Warga[2]. De Streptopelia orientalis orientalis wordt af en toe als dwaalgast waargenomen in Alaska en Brits-Columbia, beide in Noord-Amerika gelegen.