De oeverpieper (Anthus petrosus) is een soort zangvogel uit de familie piepers en kwikstaarten van de geslacht Anthus. Deze soort werd in de twintigste eeuw vaak nog als ondersoort van de waterpieper beschouwd.

Kenmerken:

De oeverpieper is 15,5 tot 17 centimeter lang. Deze pieper is overwegend wat donkerder getekend dan andere soorten piepers. De onderscheidende
kenmerken zijn de meestal donkere poten (de graspieper heeft lichte poten), de relatief lange donkere snavel en de grijze (niet witte) buitenste staartpennen.

Verspreiding en leefgebied:

De oeverpieper komt als broedvogel voor aan de kusten van Noord- en Noordwest-Europa tot aan Normandië (Frankrijk). In de winter is de vogel te vinden aan de rotskusten, maar ook op pieren en golfbrekers in zuidelijker gelegen landen tot aan de Noord-Afrikaanse kusten.

De oeverpieper is in Nederland en België een wintergast en doortrekker in vrij kleine aantal die vooral verblijft aan de Waddenkust en in het Deltabebied, maar ook wordt aangetroffen aan de Hollandse kust en in het rivierengebied.

Status:

De oeverpieper heeft een groot verspreidingsgebied en de grootte van de populatie is niet gekwantificeerd. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat de soort in aantal achteruit gaat. Daarom staat deze pieper als niet bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.