De konik is van oorsprong een in Polen en Wit-Rusland in het wild of halfwild gehouden paardenras dat klein van stuk en heel sober is. Koń is Pools voor paard, konik (konjiek) voor paardje.
Kenmerken: De konik is nauw verwant aan de tarpan, een uitgestorven wild paard uit oost-Europa. Evenals vele andere oorspronkelijke paardenrassen is de konik klein (ponymaat) en toont zijn vacht kenmerken van het wildkleurpatroon. Deze eigenschappen maken het paard in de vrije wildbaan minder zichtbaar voor mogelijke predatoren. De konik in de vrije wildbaan heeft geen verzorging nodig en kan het hele jaar buiten blijven. Om deze reden wordt het dier ingezet ter begrazing in natuurgebieden. Ook wordt gekozen voor de konik omdat hij geen kenmerken heeft die door fokkers speciaal voor het gebruik door de mens geselecteerd zijn. De koniks zijn nagenoeg vrij van ziekten die gedomesticeerde paarden kunnen hebben. Hun karakter wordt omschreven als gewillig, rustig en sober.
Begrazing door paarden: Paarden hebben een differentiërend effect op de begroeiing. Ze eten graag kort gras, waardoor ze vaak hetzelfde terrein begrazen. Zo ontstaat een typische paardenwei. Een latrine daarentegen verruigt omdat daar door paarden niet gegeten wordt. Hierdoor ontstaan omstandigheden waarbinnen een meer diverse flora en fauna zich kan ontwikkelen.
Geschiedenis in Nederland: In Nederland werden koniks voor het eerst in 1981 geïntroduceerd in het natuurbeheer door de bioloog Gerben Poortinga. De introductie was niet uitsluitend bedoeld als manier om bebossing tegen te gaan zoals voorheen de inzet van boerenvee, maar als een integraal onderdeel van de natuur. Grazers en de natuur om hen heen moeten zich in deze visie in onderlinge afhankelijkheid ontwikkelen. Poortinga verlangde van de beheerders dat strikt natuurlijke kuddevorming zou plaatsvinden zonder dierverzorgende maatregelen en dat overbevolking uitsluitend aselect en op basis van ecologische ontwikkelingen van het gebied zouden plaatsvinden. Na lang onderhandelen bereikte Poortinga instemming met een vrije keuze van het uitgangsmateriaal. Aan de kwaliteit van de koniks op de Ennemaborg is dat volgens Margriet Markerink, auteur van het boek “Koniks, wilde paarden in Nederland”, nog steeds te zien. Naar aanleiding van het succes van de natuurontwikkeling op landgoed de Ennemaborg wordt het ras nu voor begrazingsdoeleinden gebruikt in Europese natuurreservaten als de Oostvaardersplassen , Goudplaat (Noord-Beveland) en de Gelderse Poort. Hier functioneert de konik als een van de grote grazers. Ook in omringende landen is de beheersvisie nu overgenomen en toegepast. (Foto’s zijn gemaakt in Noord Hollands Duinreservaart Castricum)