Zwarte Ibis Plegadis falcinellus
De zwarte ibis is een vogelsoort uit de familie van de ibissen en lepelaars. Hij is goed herkenbaar door het donkerbruine verenkleed, dat ook paarse en groene tinten vertoont. Het is een bewoner van ondiepe draslanden en kustgebieden. De vogel nestelt vooral in bomen of in rietvelden. De vogel is 55 tot 65 cm lang en heeft een spanwijdte van 88 tot 105 cm. De vogel heeft het formaat en enigszins het uiterlijk van een wulp, maar met vrijwel egaal zwart verenkleed. Het is echter geen steltloper. Op korte afstand zijn kop, bovendelen, vleugels en staart glanzend groen. ’s Winters doffer met kop en nek onopvallend wit gestreept; juveniel gelijk maar bruiner en met minder witte streping. Vliegt met brede, afgeronde vleugels, met neergebogen snavel, gestrekte nek en iets afhangende poten; wisselt snelle vleugelslagen af met glijvluchten, als aalscholver.
Voorkomen:
Vrij zeldzaam en onregelmatige gast. De zwarte ibis was in de 20ste eeuw een dwaalgast in Nederland die bijna jaarlijks werd gezien. Sinds het eind van de jaren 1980 neemt het aantal waarnemingen sterk toe. Tot 1999 beoordeelde een speciale commissie de waarnemingen van deze dwaalgast, daarna verloor de zwarte ibis de status dwaalgast. Mogelijk heeft deze toename te maken met uitbreiding van de populaties in Frankrijk en Spanje.