De Zwarte kraai (Corvus corone) is een grote zangvogel die algemeen voorkomt in de Benelux.
Uiterlijke kenmerken:
Een volwassen kraai is 48 tot 53 centimeter lang en weegt 396 tot 602 gram. Kraaien zijn groter dan kauwen en in tegenstelling tot de laatste helemaal zwart, vaak met een wat groenige glans over de veren. Van de ongeveer even grote roeken zijn ze te onderscheiden doordat de laatsten een kaal stuk huid aan de basis van de snavel hebben, waardoor de snavel langer lijkt. De snavel van de roek is lichter van kleur dan de gitzwarte kraaiensnavel. Verder heeft een roek ook een ‘broek’, oftewel veren op zijn dijen. Een zwarte kraai heeft dit niet. Ook kan het voorkomen dat een kraai niet geheel zwart is. Het kan gebeuren dat de zwarte kraai witte veren krijgt als gevolg van verkeerde voeding.
Levenswijze:
Kraaien leven meer solitair dan roeken en kauwen. Het zijn intelligente vogels die zich makkelijk aanpassen aan verschillende diëten; ze zijn van alle markten thuis maar wel vrij schuw en duidelijk moeilijker te benaderen dan kauwen. In kleine tuinen zal je ze niet vaak zien. Ze eten o.a. wormen, insecten, fruit, zaden, keukenafval, eieren en jonge vogels. Ze foerageren meestal in paren, meer zelden in wat grotere groepen, vooral op weide- en akkerbouwland, niet in dichtbegroeid landschap. Kraaien hebben een reputatie als jagers van kleine vogeltjes en nestenuithalers en werden om die reden in het verleden vaak genadeloos vervolgd. Er zijn meldingen van aanvallen op levende vogels (spreeuwen, houtduif en kievit) die in vlucht tot landen werden gedwongen en doodgepikt en opgegeten. Daardoor fungeren ze als een natuurlijke predator van vogelpopulaties. Het zijn ook aaseters die foerageren op doodgereden dieren langs de weg.