De Vale gier (Gyps fulvus) is een van de gieren van de Oude Wereld uit de familie van havikachtigen (Accipitridae).
Beschrijving:
Een volwassen gier is 95 tot 110 cm lang, gemeten van kop tot staart. De vleugelspanwijdte is 2,4- 2,8 meter. Het gewicht van een volwassen exemplaar bedraagt 6,0 tot 11 kilogram. De vogel is hiermee een van de grootste vliegende vogels ter wereld. Anders dan bij arenden lijkt de kop klein, deze wordt in vlucht naar beneden gekromd.
De vale gier is zandkleurig tot donkerbruin van kleur, de kop en de hals zijn wit, evenals de kraag tussen hals en lichaam. De slagpennen (de ‘dragende’ veren op de vleugels waarmee gevlogen wordt) en de staartveren zijn donkerder tot zwart. Jonge exemplaren hebben een bruine kraag en zijn donkerder van kleur.
De vleugels zijn lang en breed, de vleugelpennen doen in vlucht enigszins denken aan vingers. De poten zijn relatief kort.
Voedsel: De vale gier behoort tot de roofvogels, maar is een aaseter die al vliegend zoekt naar karkassen van dieren als runderen. Deze worden opgespoord met het uitstekende gezichtsvermogen. Met name de zachtere delen worden gegeten, zoals de spieren en de ingewanden. Door zijn lange nek zonder veren kan de gier zijn kop relatief ver in een kadaver steken zonder dat de veren blijven haken. Vale gieren foerageren in groepen, waarbij de dieren elkaar goed in de gaten houden. Als één gier voedsel vindt, vliegt de rest mee naar beneden.
In Nederland en België:
De vale gier is een dwaalgast in Nederland en België. Het aantal bevestigde waarnemingen uit de 20ste eeuw is beperkt, slechts 11. Na 2000 werd de vogel steeds vaker gezien, tot 2007 meestal slechts één of zeer kleine aantalen. In 2007 werd een groep van enkele tientallen gezien. Het aantal keren dat vale gieren in Nederland werden gesignaleerd tussen 2001 en 2012 bedraagt inmiddels 31.